Background Image

Ontwikkelingsfase

1 tot 2 jaar

Dreumes

Bewegen

Kinderen leren in deze periode los lopen. Gemiddeld is dat bij 14 maanden, maar later hoeft ook geen probleem te zijn. Sommige kinderen zijn sneller in hun bewegingen, andere weer in hun communicatie. Hierbij speelt ervaring, maar ook erfelijkheid ook een rol. Bij de ontwikkeling van hun spel en het eten hebben ze ook steeds meer fijne motoriek nodig, bv bladeren van een boek, pakken van een inlegpuzzelstuk, blokjes stapelen, vastpakken van een vork of lepel. Ook wordt de concentratieduur wat langer. De samenwerking van de handen ontwikkelt zich verder. In principe hebben kinderen in deze fase nog geen duidelijke voorkeurshand. Veel variatie in spel en uitproberen hoe iets het beste lukt hoort er helemaal bij.

Soms stagneert bovenstaande ontwikkeling en krijgen we vragen over: het vaak wisselen van spel, concentratie, weinig nieuw spel ontdekken, overstuur raken in een drukke omgeving (prikkelverwerking), al veel gebruiken van voorkeurshand, nog niet los lopen.

Gedrag

Er wUw kind leert lopen en hij zegt zijn eerste woordjes. Een van die woordjes is ‘nee’. Vol verwondering ontdekt hij de wereld. Hij wil heel graag zijn eigen ding doen zonder gestoord te worden, maar heeft zijn ouders nog graag dichtbij in nieuwe en spannende situaties. Uw kind kan het moeilijk vinden als u weg gaat en eigenlijk is dat een goed teken. Maar dat hij dan zo verdrietig is, is niet altijd makkelijk om mee om te gaan. Opvoeden wordt echt een interactief proces; kinderen dagen hun ouders ook uit tot ontwikkeling. 
Tot 18 maanden zijn kinderen nog redelijk egocentrisch gericht (=sensori-motorische stadium). De hechting aan leeftijdgenoten en andere volwassenen neemt toe. Autonomie wordt steeds belangrijker. Het kind neemt meer initiatief en kan onafhankelijk van de opvoeder succes bereiken. De basis voor vertrouwen in anderen en voor vertrouwen in eigen competentie wordt gelegd. 

In deze fase hebben ouders vaak vragen over: grenzen en regels en het omgaan met heftige emoties van hun kind.

 

Voeding en Gezondheid

De eerste jaren zijn cruciaal voor de ontwikkeling van de eetgewoonten van het kind. Men legt nu de basis voor het latere eetgedrag. Ouders en andere opvoeders spelen hierbij een belangrijke (voorbeeld)rol. In deze fase start de eetopvoeding. Alles wat het kind hier leert, leert het niet snel af. Helaas ook de slechte gewoonten!
Vanaf de leeftijd van 1 jaar eet het kind met de pot mee en mag bijna alles eten wat volwassenen eten, maar dan wel wat minder. Met een goede eetopvoeding en gezond eten leg je een goede basis voor een gezonde lichamelijke en geestelijke ontwikkeling en ook voor een gezond gewicht.

Met welke problemen komen kinderen en ouders zoal bij ons terecht? Eten weigeren, ongezonde eters, te veel snoepen / te weinig groenten en fruit. Voedselallergie en intoleranties (koemelk, kippenei, soja, lactose, gluten), buikpijn, Moeizame stoelgang (obstipatie) of juist te dunne ontlasting (diarree)..

Communicatie

Uw kind brabbelt veel en gevarieerd; dit klinkt als taal die u spreekt. Als een kind een jaar is, verschijnen vaak de 1e woordjes. De verschillen tussen kinderen zijn echter zeer groot: zo zijn er kinderen die hun 1e woord al horen als ze 8 maanden zijn, maar er zijn ook kinderen bij wie dat pas op de leeftijd van 18 maanden gebeurd. In het begin van de zogenaamde 1 woordfase gebruikt uw kind een klein aantal losse woorden (10-20). Die verwijzen naar mensen, voorwerpen, gebeurtenissen in het hier en nu, die zeer interessant zijn voor het kind. Een woord kan diverse betekenissen hebben; b.v papa kan betekenen: “daar is papa, “die fiets is van papa” of “papa” til me op. Ook vertelt uw kind nog veel zonder woorden. Dit kan ook heel duidelijk zijn. Zo kan het naar iets reiken waarmee het zeggen wil: “dat wil ik hebben”. Als het iets niet wil duwt uw kind het weg of schudt zijn hoofdje. Wil het aandacht, dan maakt uw kind gevarieerde geluiden. Het lacht als het plezier heeft en zwaait bij het afscheid nemen. Uw kind begint een woordbegrip te ontwikkelen. Het begrijpt woorden steeds beter, ook zonder dat u daar een verder aanwijzing bij geeft. Ook reageert uw kind op zijn eigen naam en begrijpt het al eenvoudige opdrachten (pak de bal).
Tips en adviezen: Varieer met uw stem, dit vindt uw kind leuk. Laat uw kind het plezier van communiceren zien. Moedig alle vormen van wederzijdse communicatie aan: gekke bekken trekken, (glim) lachen, aankijken, kiekeboespelletjes. Geef uw kind boekjes voor in de box van hard karton, stof of plastic. Bekijk samen de plaatjes (kijk een eendje, kwak kwak zegt het eendje).
Stimuleer uw kind om uit een echte beker te drinken, dat is goed voor de ontwikkeling van de mondspieren. Geef uw kind steeds minder vaak een speen.